Richard de Veer

23/02/2018

Terug naar de ruimte van Licht en Liefde

ORANJESTAD — In zijn woonplaats Bennekom is op 6 maart jongstleden Richard de Veer overleden na een liefdevolle verzorging in verpleeghuis De Beukelderhof. De op Aruba geboren en opgegroeide Richard de Veer werd 84 jaar.

door Giselle Ecury (Amigoe, 22-03-2014)

Richard en zijn Nederlandse echtgenote Janny heb ik leren kennen via het Literaire Genootschap Simia Literario. Hij was een trouw en erudiet lid en Janny kwam, belangstellend als zij is, vrijwel altijd mee. Een harmonieus paar, dat merkte je aan alles. Toen op tweede paasdag 2006 mijn romandebuut ‘Erfdeel’ gepresenteerd werd, verrasten ze mij met hun komst naar Schoorl. Ze hadden gereisd met de trein, een hele onderneming van dorp naar dorp. Maar gearmd arriveerden zij en straalden. Samen deden ze dit soort dingen graag en ze wilden dit niet missen. “Ik heb je vader gekend”, zei hij veelzeggend.

Het nieuws van zijn overlijden kwam voor mij niet onverwacht, maar trof me diep. Richard leed aan dezelfde tragische ziekte als mijn moeder: dementie. Janny had ons in de kersttijd van 2012 en 2013 via een mooie foto van een spoorlijn in een verstild landschap en daarbij een pakkende tekst, op de hoogte gehouden van het feit, dat Richard steeds minder zicht kreeg op het spoor dat hij volgde. Hij zag steeds minder perspectief, waardoor ook Janny zich afvroeg hoe zij samen de reis door 2014 zouden vervolgen. Nu was het eindstation bereikt. Een prachtige rouwkaart met een foto van de door hem in een gedicht zo bewonderde Hooiberg kondigde zijn overlijden aan met gevoelvolle woorden die mij raakten: “Op 10 juni 1929 is gekomen uit de Bron, die wij God noemen Richard Frederik Anthony de Veer. Op 6 maart 2014 is hij heengegaan naar de ruimte van Licht en Liefde en heeft hij deze aarde verlaten. Het sterven is als een kaars die uitgaat omdat de ochtend begint.”

De afscheidsdienst vond plaats op 11 maart in de Oude Kerk van Bennekom, een keurig Hollands dorp waar je best zou willen wonen, waar het gemeentebestuur alles goed voor elkaar heeft voor haar burgers. Vriendelijke mensen in een winkelstraat, waar ik – op zoek naar een gelegenheid om even koffie te drinken – doorheen liep, na aankomst van een lange autorit door hectisch verkeer. Maar hier heerste geen stress. Het was er veilig, verstild. Wegwerkers groetten mij bij het langslopen. Geen vandalisme. Hier hadden Richard en Janny jaren gelukkig gewoond en geleefd met hun gezin met aanhang en kleinkinderen.

Richard kwam op mij over als een bescheiden man. Hij wist veel, maar voerde nooit het hoogste woord. Hij luisterde goed en kon dan een uitstekend onderbouwde mening geven. Altijd vriendelijk en op een prettige manier verstandig met zo’n warme lach. Hij leek me ook zo vlijtig en plichtsgetrouw. Iemand die nakwam, wat hij beloofde, iemand die plezier had in altijd zijn best te doen om alles zo goed mogelijk te volbrengen. Met humor.

Tijdens de in zijn eenvoud aangrijpend en eerlijk vormgegeven dienst, waarin foto’s van zijn leven getoond werden, kwam dat ook telkens naar voren, wanneer iemand hem een laatste keer toesprak. En de keuze van de psalmen en schriftlezingen konden zo uit het huidige leven gegrepen zijn: “Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel.” (Prediker 3:1) Het was mooi. Immense ontroering hield zich op in mijn keelgebied.

Elders sterven

Een tijd voor alles onder de hemel. Nu een tijd van rouw, dus, en van overweging. Ik zat daar in die door de lentezon in het licht badende kerkruimte tussen de vele belangstellenden. Weliswaar een oud gebouw, maar ogenschijnlijk net gerestaureerd, met hagelwitte muren. Eén rond glas-in-loodraam, waar wij op uitkeken, verbeeldde mijn gedachten die later door een van Richards dochters bij toeval ook geuit werden: in het midden een duidelijk zichtbare kern – Richard – daaromheen de (Arubaanse) zonnestralen en het blauw van de (Caribische) zee en de lucht. Want wat mij niet losliet, was het feit dat het mij zoveel doet, wanneer mensen ergens geboren worden en dan door het lot of door keuzes die veelal gestuurd worden door het lot, elders terecht komen en sterven. Zo was het mijn eigen zo geliefde vader vergaan – uitgestrooid boven Lelystad, of all places – mijn moeder – een geboren Duitse – en háár vader die begraven ligt op Aruba. Zo zal het mij wellicht vergaan. Maar datzelfde lot gaf nu aan Richard in dit laatste uur op aarde tenminste dat in glas en lood gegoten Antilliaanse beeld terug, de cyclus van zijn leven. Alsof ook Aruba hem terugnam in haar warme schoot.

Richard de Veer werd dáár geboren. Een geprojecteerde foto liet een lief, blond jongetje zien met ontwapenende blik. Tot zijn grote verdriet waren de gezinsomstandigheden echter niet florissant. Zijn vader was alcoholist. Uiteindelijk namen zijn grootouders hem liefdevol op. Hij behaalde zijn Mulo-diploma en ging werken bij een bank. Toch voelde hij zich daarin niet prettig. Hij kreeg een studiebeurs en vertrok naar Nederland. In Deventer volgde hij met succes de Kweekschool. Hij ontmoette Janny en daaruit ontstond een warme vriendschap die uitgroeide tot liefde. Zij verloofden zich en in 1957 trouwden zij. Daarna vertrokken zij naar Aruba, waar Richard werkzaam was op een lagere school en later op een Mulo. Hun drie kinderen werden er geboren en met elkaar buitten zij het leven uit onder de tropische zon. Daarnaast behaalde hij allerlei aktes, onder andere Spaans en wiskunde. Velen zullen hem zich herinneren, naar het mij toeschijnt als een rustige onderwijzer en leraar van wie je écht veel kon leren en die je misschien wel op toekomstideeën bracht, waar je nu nog met plezier aan terug kunt denken. Eind jaren ’70 vestigden zij zich voorgoed in Nederland.

Simia Literario was blij met hem als toegewijd lid vanaf de oprichting. Zijn Papiaments was feilloos – hij won de eerste prijs voor het eerste officiële dictee in het Papiaments in Nederland en zijn score van 0 fouten is sindsdien nooit geëvenaard. Hij schreef ook in zijn moedertaal zijn herinneringen op die gebundeld werden: “Un siglo di recuerdo” (2008). Zijn eerste boek kwam uit in 1997: “Si, ta mi mes”. Voor de Lustrumuitgave in 2011 van Simia Literario, het boek “Wie ik ben / Ta ken mi ta”, leverde Richard eveneens een mooie bijdrage, zijn Lofdicht op de Hooiberg, die nu dan tevens zijn rouwkaart siert: “Ik zit voor het huis van mijn oma, kijk naar rechts, geniet met volle teugen van je vorstelijke aanblik. O, hoeder van Oranjestad, waar ik ook heenga, volg je als mijn schaduw die mij nooit alleen laat. Als ik in mijn auto rijd, ben je mijn Poolster die steeds aangeeft, waar ik zo’n beetje ben. En in de regentijd vind je het fijn je haar onder de douche te wassen, alsof je naar een feest toegaat, gehuld in fijne, zoete geuren. Dan dekt de kibrahacha je van top tot teen weer toe, als met een gouden ochtendkleed, als ware je een Bantoekoning. O, dagelijkse gids van mij, hoe zou ik je vergeten? Jij trouwe metgezel van ’s morgens vroeg tot late avond! En altijd als ik uit den vreemde kom, ben jij de eerste die mij groet; mijn hart springt als het ware op, als ik je flanken zie en je vertrouwde top.”.

Terug in Nederland gaf Richard wederom les en studeerde hij Spaans om het diploma Tolk/Vertalen met succes te behalen. Muzikaal was hij ook. Een van zijn dochters memoreerde dat zij zo heerlijk rustig werd als hij piano speelde. Lag zij al in bed, dan kon zij op zijn gevoelige pianospel zo lekker inslapen. Chopin, klanken die ook tijdens de rouwdienst met warme aandacht in rust beluisterd werden.

Het voltallige bestuur van Simia Literario zat voor me en dat was me dierbaar. Wellicht deelden we de gedachten, dat Richard zo lang een trouwe metgezel was binnen dit literaire genootschap, altijd stipt op tijd en met zijn Janny.

Richard moet zacht zijn heengegaan. De glimlach op zijn gestorven gezicht was er een die zei dat het allemaal goed geweest was zo. Het leek een glimlach van herkenning bij thuiskomst: “Er is een land van louter licht waar heiligen heersers zijn. Nooit gaat de gouden dag daar dicht in duisternis of pijn. Daar is het altijd lentetijd, in bloei staat elke plant. Alleen de smalle doodszee scheidt ons van dat zalig land.” (Lied 753, vers 1 en 2)

Zo brachten wij hem, met elkaar lopend onder lentezon, naar zijn graf. Hoe mooi, dat het toeval zijn dochter vlak voordat hij stierf gebracht had naar ook háár geboorte-eiland, Aruba. Zij bracht gesteente van de trouwe metgezel van haar vader, de Hooiberg, mee en wat zand waarmee het gezin De Veer Richard symbolisch toedekte om hem zó terug te geven aan de ruimte van Licht en Liefde. Richard, sosega na paz. Hij ruste in vrede, dat weet ik zeker.

Scroll To Top

Newsletter